header-image-vb.jpg

Trimmers A * op toernooi bij Were Di

19-7-2009  | Na twee seizoenen noeste arbeid op het trainingsveld te hebben geleverd, was het vorige week zaterdag dan eindelijk tijd om mijn debuut te maken. Omdat ik van mening was dat mijn hockeytalenten tijdens een reguliere vriendschappelijke wedstrijd niet goed uit de verf zouden komen, had ik besloten mee te doen aan het tweejaarlijkse recreantentoernooi bij Were Di. Gelukkig was kersverse coach Ruud zo slim geweest om ook veteranessen Astrid en Carine voor dit toernooi te strikken (lees: wist uit eigen ervaring dat ik over een hockeytalent van vrijwel nihil beschik). Gezamenlijk verlieten wij zonnig Berkel-Enschot per fiets. De keuze voor de fiets als vervoermiddel had niet zo zeer met een mogelijke warming-up als wel met een vermoedelijke alcoholconsumptie achteraf te maken. Met Geert en Frits als gezamenlijke tête-de-la-course begaven wij ons door het buitengebied naar Tilburg. Sommige van kuilen voorziene zandpaden herkende ik van de 16 kilometer durende uitputtingsslag die Galgenloop wordt genoemd. Daarnaast maakte ik kennis met de Moerenburgse kameel, die voor de rest van het peloton overigens geen onbekende was.

 

Bij Were Di werden we met koffie en gebak ontvangen. Net toen ik een hap boterkoek wilde nemen, wees Geert mij er fijntjes op dat in kwarktaart aanzienlijk minder calorieën zitten. Ach, wat zou het. Ik had immers net de tijdrit van de eeuw achter de rug, waarbij ik in ieder geval geen acht versnellingen tot mijn beschikking had. Toen brak het moment van de waarheid aan. De wedstrijden namen een aanvang en ik nam mijn vaste positie op de bank in. Al gauw waren wij aan de winnende hand en durfde trainer Mark het aan mij het veld op te sturen. Ik vroeg mij in stilte af waarom het veld zo nat was en waarom er met een grote golfbal werd gespeeld. Uiteraard stelde ik deze vragen niet hardop. Ik wilde immers niet het risico lopen dat de tegenpartij mij als zeer onnozel en dus als zeer ongevaarlijk zou bestempelen. Naderhand bleek dat ik ongemerkt kennis had gemaakt met het fenomeen waterveld. In de drie daarop volgende wedstrijden stond ik rechtshalf. Tot ieders stomme verbazing wist ik zowaar af en toe een bal te raken en nog wel de goede kant op! Ik maakte het echter lang niet zo bont als Karel, die de doelvrouw van één van onze tegenstanders omver liep. Maar goed, wij waren onverslaanbaar en wonnen dientengevolge alle wedstrijden. Dat dit in sommige gevallen tot gefrustreerde en tegen elkaar uitvallende tegenstanders leidde, deed daar geenszins aan af. Overigens had ik tijdens één van de wedstrijden een leermoment dat mede mogelijk werd gemaakt door Loes. Zij vertelde mij dat als je eigen team een strafcorner neemt, je niet achter de middellijn hoeft plaats te nemen. Nonchalant deed ik toen maar een stapje voorwaarts.

 

Na het einde der wedstrijden mochten wij van Mark een kampioensbiertje dan wel -wijntje bestellen. Wij zagen uiteraard geen enkele reden om ook in dit geval niet naar onze trainer te luisteren. Voordat we aan tafel mochten, moest er echter tegen alle ongeschreven hockeyregels in gedoucht worden! Ik dacht op alle situaties te zijn voorbereid en kwam in een frisse en sportieve outfit de kleedkamer uit, niet beseffende dat ik op die manier een nieuwe invulling aan het begrip ‘underdressed' gaf. De rest van de toernooigangers was namelijk in flitsende uitgaanskledij gestoken. Ik wil de toernooiorganisatie dan ook verzoeken de volgende keer een dresscode op de uitnodiging te vermelden. Dacht men op dat moment al dat ik niet goed snik was, ik vermoed dat het mijn dansje op de muziek van Rowwen Hèze is geweest dat mij de das om heeft gedaan......

 

Janneke Jansen (penningmeester annex gedoodverfde rechtshalf)

 

* met de A van andermaal ongeslagen